Miliasso Barolo DOCG de koning van Italië, gehuld in een robijnrode cape van het zachtste fluweel. Trakteert in de neus op de bijna jamachtige aroma’s van rijp rood fruit, tabak en mediterrane kruiden. Intens, elegant en zeer complex.

Krachtig in de mond en tegelijkertijd zijdezacht en harmonieus dankzij een perfecte balans tussen de rijpe fruitsmaken en warme kruiden die aanhouden in de overtuigende afdronk. Perfect gerijpt en geschonken bij een graad of 18 tot 20 

Miliasso Barolo DOCG

De wijngaarden op de glooiende heuvels in Langhe behoren niet alleen tot de belangrijkste wijngaarden in het Italiaanse Piemonte, ze zijn ook nog eens een bedevaartsoord voor de liefhebber van groot Italiaans rood. Hier staat namelijk de Nebbiolo aangeplant, de druif waar de beroemde Barolo van wordt gemaakt.

De Nebbiolo voelt zich thuis in de wijngaarden die ’s ochtends in nevelen zijn gehuld. Hier staan de stokken stevig geworteld in grijswitte mergelgronden met fossiele afzettingen uit de tijd dat het zeewater het gebied nog domineerde.

Vorstelijke wijn

Nebbiolo is de bekendste en de oudste blauwe druif uit Piemonte. In de achttiende eeuw begaf de druif zich, in de vorm van een fles Barolo, al in de kringen van het Piemontese vorstenhuis. Daar vond de wijn, toen nog in zoet en mousserend rood, gretig aftrek. In de negentiende eeuw kwam Camille Benso, graaf van Cavour en de rechterhand van de koning, op het idee om de Barolo drastisch van stijl te veranderen. Benso, liefhebber van het Franse rood, wilde een wijn naar voorbeeld van de grote Bordeauxwijnen: een krachtige wijn zonder mousse of restsuiker.

De graaf nam de Franse oenoloog Louis Oudart in de arm. Hij introduceerde een zorgvuldige vinificatie en houtlagering, waarmee de basis werd gelegd voor de Barolo zoals we die nu kennen. Waarbij overigens een tot dan toe verborgen gebleven karaktertrekje van de Nebbiolo werd ontdekt: de tot dan toe door restsuiker verdoezelde dunne smaak en harde tannines lieten van zich horen. Daar vond wijnmaker Angelo Gaja, uit het naburige Barbaresco, een oplossing voor.

Gaja ontdekte dat de druif alleen door en door gerijpt een volle smaak en zachte tannines geeft. Bovendien bracht hij begin jaren zestig van de vorige eeuw de Franse eikenhouten vaten naar de Italiaanse kelders. Vooral dat laatste zorgde voor veel verzet bij de traditionele Italiaanse wijnmakers.

De modernisten wonnen de slag. Toch duurde het, mede door tegenvallende oogsten aan het begin van de jaren negentig, tot 1997 voordat alles op z’n plek viel. De langere rijping van de Nebbiolo en de verplichte rust op eiken en fles zorgen voor een sensationele wijn die zijn vorstelijke status door de jaren heen heeft behouden en sinds 1997 meer dan verdiend.

Dat bewijst deze koninklijke en met goud bekroonde Miliasso Barolo eens te meer.