Conte di Zanone Barolo DOCG opgegroeid tussen de middeleeuwse kastelen in het heuvelachtige Barolo is het niet meer dan logisch dat de druif Nebbiolo uitgroeit tot een koninklijke wijn die in dit geval gehuld gaat in een granaat rode mantel met oranje bies.

Walsend in het glas verspreidt de wijn prachtige aroma’s van kersen, cederhout en tonen van truffel die doen denken aan een bos in herfsttooi. Uiteraard melden zich in de mond stevige tannines, al laten die volop ruimte voor rijpe kersen, framboos, blauwe bessen en rijpe donkere pruimen.

Rijping op hout heeft deze Barolo bovendien de krachtige en rijke smaken gegeven van ceder, getoast hout, cacao en laurier, vakkundig bijeengebonden met een vetertje leer. Elegant en groots. Nu al goed op dronk en wordt met de jaren alleen maar beter.

Conte di Zanone Barolo DOCG

Nebbiolo is de bekendste en de oudste blauwe druif uit Piemonte. In de achttiende eeuw begaf de nobele druif zich, in de vorm van een fles Barolo, al in de kringen van het Piemontese vorstenhuis. Daar vond de wijn, toen nog in zoet en mousserend rood, gretig aftrek.

In de negentiende eeuw kwam Camille Benso, graaf van Cavour en de rechterhand van de koning, op het idee om de Barolo drastisch van stijl te veranderen. Benso, liefhebber van het Franse rood, wilde een wijn naar voorbeeld van de grote Bordeauxwijnen: een krachtige wijn zonder mousse of restsuiker.

De graaf nam de Franse oenoloog Louis Oudart in de arm. Hij introduceerde een zorgvuldige vinificatie en houtlagering, waarmee de basis werd gelegd voor de Barolo zoals we die nu kennen. Waarbij overigens een tot dan toe verborgen gebleven karaktertrekje van de Nebbiolo werd ontdekt: de tot dan toe door restsuiker verdoezelde dunne smaak en harde tannines lieten van zich horen.

Daar vond wijnmaker Angelo Gaja, uit het naburige Barbaresco, een oplossing voor.

Barolo: wijn met vorstelijke status

Gaja ontdekte dat de druif alleen door en door gerijpt een volle smaak en zachte tannines geeft. Bovendien bracht hij begin jaren zestig van de vorige eeuw de Franse eikenhouten vaten naar de Italiaanse kelders.

Vooral dat laatste zorgde voor veel verzet bij de traditionele Italiaanse wijnmakers. De modernisten wonnen de slag. Toch duurde het, mede door tegenvallende oogsten aan het begin van de jaren negentig, tot 1997 voordat alles op z’n plek viel.

De langere rijping van de Nebbiolo en de verplichte rust op eiken en fles zorgen voor een sensationele wijn die zijn vorstelijke status door de jaren heen heeft behouden en sinds 1997 meer dan verdiend.

Dat bewijst deze ook deze majestueuze Conte di Zanone Barolo, die na twee jaar rijping op eikenhout nu klaar is voor het glas en zich de perfecte begeleider toont voor gebraad, stoofvlees, wild en oude kazen.

En staat er een gerecht met paddenstoelen of truffel op het menu, ontkurk dan deze Italiaanse koning der wijnen.