Vinho Verde ligt in het district Minho, vernoemd naar de rivier, in het noordwesten van Portugal. Over de oorsprong van de naam “groene” wijn zijn verschillende meningen, de een zegt het komt omdat het in een groen gebied ligt, de ander heeft de mening dat het komt doordat de wijn zo jong gedronken wordt.

Er heerst een Atlantisch klimaat met vaak mist, een vochtige atmosfeer en is Minho het meest regenrijke gebied van Portugal met zachte temperaturen. De grond bestaat uit graniet en klei met, aan de oppervlakte, zand en humus.

Wat de meesten niet weten is dat er ook rode- en rosé Vinho Verde gemaakt wordt, de rode wordt het meest gedronken in Portugal en, buiten Brazilië, bijna niet geëxporteerd. De rosé is wat meer in opmars. De druivenrassen die gebruikt worden voor de rode variant zijn de Vinhâo, Borraçal, Espadel en Azal Tinto.

De witte druivenrassen zijn Dourado, Azal Branco, Loureiro, Tradjadura en Alvarinho, deze laatste is het druivenras waaruit de beste Vinho Verde wordt gewonnen en de belangrijkste in dit district.

De wijn kenmerkt zich door een fris prikkeltje wat ze hebben. Soms wordt er wat carbon-dioxide toegevoegd zodat de wijn het prikkeltje krijgt. Een goede Vinho Verde verkrijgt het door malo, dit is de omzetting van appelzuur in melkzuur waarbij koolzuurgas vrijkomt.

De Vinho Verde is overigens geen wijn om jaren te laten liggen, de kleur zal erg geel verkleuren en het prikkeltje zal verloren gaan, de wijn is dus op zijn best als deze jong gedronken wordt.

Ik heb gekozen voor de Alvarinho 2012 van het wijnhuis Quinta do Regueiro. De kleur is helder strogeel, mooie geuren als bloemen, peer en citrus. De smaak geeft perzik en ook de peer komt terug, mineralen, mooie zuren en een heel licht zoetje. Een erg lekkere wijn die vooral zomers erg gewaardeerd zal worden.

Past prima bij een zomerse salade, kipgerechten en tong.