Szürkebarát komt in Hongarije het meest voor rond het Balatonmeer en rond de Mátra Foothills. Het bereikte haar beroemdheid en grootheid in Badacsony, waar het werd geïntroduceerd in 1375 door de "grijze broeders" van de Pauline orde. Met zijn 630 jaar van lokale geschiedenis kan de Szürkebarát veilig worden beschouwd als een inheemse Hongaarse ras.

Het is een relatief krachtige druif met dichte opeengepakte clusters, dat levert een lager dan gemiddeld, maar uitstekende kwaliteit oogst. Meestal geoogst eind september tot begin oktober, de Szürkebarát geeft een full bodied en zeer smakelijk wijn met een hoog alcohol gehalte en aroma's en zuren die duidelijk zijn gedefinieerd maar op hetzelfde moment toch subtiel zijn.