De Pinot Blanc druif wordt gebruikt voor witte wijnen en is verwant aan de pinot noir en de pinot gris. De druif geeft vrij neutrale wijnen en zowel in de smaak als de geur komen appels en wit fruit naar voren. Pinot Blanc werd voor het eerst gekweekt in de Bourgogne en Champagne in Frankrijk. De eerste bronnen zijn al vanaf de eerste eeuw.

Lange tijd werd er weinig onderscheid gemaakt tussen Pinot Blanc en Chardonnay, maar een aantal wijnboeren die wisten wat ze deden begon de productie van het ras. Het kwam uiteindelijk in de Elzas terecht. De druif heeft inmiddels zijn weg gevonden in heel Europa en naar andere delen in de wereld en is nu een populaire druif in koelere klimaten waar het meer kans heeft om te groeien.

De druivensoort is in Frankrijk bekend onder de naam Klevner en in Duitsland wordt de druif Weissburgunder genoemd. Pinot Blanc past even goed bij voor- als hoofdgerechten. Hij sluit aan bij bereidingen met vis, wit vlees of gevogelte ook past hij goed bij zachte kazen.